Paul Wittgenstein is een tiran. De eenarmige concertpianist* gelooft heilig in de verheffende waarden van muziek en kunst. Met iedereen die het hier niet mee eens is heeft hij zeer weinig geduld…
Elke zondag geeft Wittgenstein les aan huis. Zo ook aan de verwende kinderen Charlie en Mathilda. De verwende pubers zijn zó klaar met de ouderwetse ideologieën van de eenarmige pianotiran dat ze – tijdens de zoveelste pianoles – besluiten een gewelddadige punt te willen zetten achter de ellendige indoctrinatie.
Wat volgt is een spel vol vileine intriges, verfijnde scheldpartijen en botsende opvattingen over het belang van vingeroefeningen. Op slinkse wijze manoeuvreert butler Stiglitz door dit tragikomische schouwspel.
Een spel dat slechts kan eindigen met een dramatisch slotakkoord…
*Pianist Paul Wittgenstein, broer van filosoof Ludwig Wittgenstein, verloor in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm, en liet componisten als Strauss, Ravel en Prokofiev pianostukken voor alléén de linkerhand schrijven.